Sail 2050

IJmuiden ontwaakt langzaam uit de zwoele zomernacht. De pieren rekken zich verlangend uit naar de Noordzee, die nog loom sluimert onder een gewichtloze neveldeken. Vanaf een lichtmast bij de sluis staart een meeuw over de beginnende vloed naar de onzichtbare horizon. Hij wroet even met zijn snavel onder zijn vleugels, kijkt om zich heen en geeft een serie rauwe kreten.
Meteen komt er beweging in de sluisdeuren. Het water kolkt en schuimt er omheen als ze langzaam opendraaien. De meeuw knipoogt naar een eenzame oude man die op de kade staat te kijken naar een grijze schim, die uit de zeemist opdoemt. Het mobieltje in zijn benige hand piept als hij een knop indrukt en het apparaatje naar zijn oor brengt.
“Hallo Ron? Met Peter! Het gaat beginnen! Ben je er klaar voor?”
“Jazeker!” antwoordt Ron de Vos aan de andere kant van de lijn, “We zitten eerste rang hier aan het IJ! Kom er maar in hoor, je bent live online!”
“Het is hier in IJmuiden net als in 1975,” gaat Peter verder, “Ik zal het nooit vergeten. Ik was hier met mijn ouders, en toen kwam de Gorch Fock als eerste binnen. Zeilend! Ik stond ademloos te kijken hoe die prachtige, Duitse driemastbark zich uit de mist losmaakte en in de sluiskolk afmeerde. Ze klommen tot de mastkloot om de zeilen op te doeken!”
Zo zie je ze tegenwoordig niet meer, mompelt hij buiten bereik van het mobieltje, maar zijn blik verraadt dat hij geniet van het schouwspel dat zich voor hem ontvouwt. De grijze schim heeft inmiddels de vaste vorm aangenomen van een volgetuigde driemaster met een hemelsblauwe romp zonder kluiverboom.
De meeuw geeft nog eens een schreeuw, en verheft zich dan klapwiekend in de steeds verder opklarende hemel, het schip tegemoet.

“… en daar is de Khamsin, het allereerste Windschip ooit! Een ontwerp van mij naar een destijds nieuw concept voor duurzame grote handelsvaart. Het is gebouwd voor, hoe heet-ie ook alweer, die gekke Sultan van Rataq met z’n kameel. Dat beest ging echt o-ver-al mee naartoe!”
In de skybox van het pas gerenoveerde Centraal Station springt de 100jarige Ron de Vos van puur enthousiasme overeind uit zijn stoel. Met een headset op wijst hij naar de laptop op zijn tafeltje, waarop de blauwe driemaster is te zien vanuit vogelperspectief, een bescheiden schuimsnor onder de neus. Dichtbij klinkt de rauwe schreeuw van een meeuw, terwijl de camera een rondvlucht maakt om het schip van alle kanten in beeld te brengen.

Windschip2

“Onze meeuwendrone doet het fantastisch, beste kijkers,” gaat Ron verder, “een wereldprimeur voor de Virtuele Omroep Centrale, oftewel de VOC, een initiatief van mijn levenspartner Elly Meijn hier naast mij, dat u het even weet!”
“Jij was er toch bij, toen dat schip meteen op zijn eerste reis werd gekaapt?” vraagt de al even grijze, maar niet minder kwieke en gefascineerd toekijkende vrouw naast hem.
“Klopt, Elly,” antwoordt Ron, “maar ik had het schip voorzien van een geheim wapen! Die kameel was mee aan boord, en met zijn mest als munitie hebben we de Somalische piraten voorgoed op andere gedachten gebracht!”
“Jullie hadden dus letterlijk schijt aan die lui,” antwoordt Elly, waarop Ron zich schuddebuikend van het lachen bijna in zijn kunstgebit verslikt. Doortastend als ze is, geeft Elly een teken aan de regisseur achter de regeltafel, en zegt: “Goed, beste kijkers, we gaan er even uit voor de reclame en zijn zo bij u terug.” Dan proest ook zij het uit.
Gedurende een paar minuten worden op het scherm van de laptop beelden vertoond uit de rijke historie van 75 jaar Sail Amsterdam, begeleid door de herkenningsmelodie van The Onedin Line. Daaronder trekt een stroom logo’s en advertentieteksten voorbij, van uitzendbureaus, ministeries, gemeenten, verzekeringsmaatschappijen en andere instellingen die het evenement financieel en facilitair steunen.

Tijdens het reclameblok is Ron van zijn lachbui bijgekomen. “Ja beste kijkers,” vervolgt hij de reportage als een volleerd verslaggever, “daar zijn we weer! We hadden het zojuist over het Windschip-project, waarvan de driemaster die u nu ziet binnenlopen het prototype was. Het was de redding voor Huisvrouw Scheepsbouw. Tegenwoordig is het een bloeiende multinational en een van de hoofdsponsors van Sail, maar destijds scheelde het weinig of de werf had de economische crisis niet overleefd.”
“Zullen we vandaag nog meer schepen zien, die zij gebouwd hebben?” vraagt Elly.
“Bijna de hele vloot Tall Ships die tegenwoordig de zeven zeeën bevaart, komt van een van hun werven,” antwoordt Ron, “allemaal Windschepen, in soorten en maten. Misschien ziet onze man in IJmuiden er al een paar. Hallo, Peet?”
Het beeldscherm schakelt over naar IJmuiden, waar Peter juist een selfie aan het maken is met zijn mobieltje, met de zeil minderende Khamsin op de achtergrond. “Eh, ja, hallo Ron, hier ben ik…” klinkt het even stuntelig, maar hij herpakt zich:
“Ja beste kijkers, u ziet het, Sail Amsterdam 2050 is begonnen! Onze collega’s van de regie sturen zometeen nog meer meeuwendrones de lucht in, die live voor u in beeld zullen brengen hoe de sluis hier volloopt met Tall Ships of, zoals u inmiddels van Ron de Vos en Elly Meijn hebt gehoord, Tall Windships. Deze live stream is vanaf dit moment interactief: op uw beeldscherm verschijnt nu een menu, waarmee u uit tientallen camera’s kunt kiezen om uw favoriete Windschip te bewonderen. Jaja, de techniek staat voor niets!”
Inderdaad. Terwijl Peter nog met zijn commentaar bezig is, zwelt uit de verte een navrant gekrijs aan, waarna een complete kolonie meeuwen over het luchtruim uitzwermt. Sommige strijken neer op de lichtmasten die over het sluisterrein verspreid staan, terwijl andere naar open zee vliegen.
Peter lijkt het spektakel compleet te vergeten terwijl hij zich al SMS’end verdiept in zijn mobieltje. In hun skybox werken Ron en Elly zich intussen in het zweet om alle beelden die op hun laptop verschijnen van deskundig commentaar te voorzien.
“… ja beste kijkers, het volgende schip dat we aan u voorstellen is de Nederlandse driemast Windschoener Eendracht. Zelfs binnen het kader van het Windschip-concept is dit een uniek product, een exponent van Het Nieuwe Zeilen. Om dit te illustreren, zullen we onze man in IJmuiden eens vragen om een van de meeuwendrones aan dek te dirigeren. Hallo, Peet?”
Stilte.
“Peter?” doet Ron nog eens, maar het enige geluid dat van de andere kant van de lijn komt, is meeuwengekrijs. Elly geeft daarom nog maar eens het sein voor een reclameblok…

*

“Waar zit je nou, man?” moppert Ron in zichzelf, terwijl hij de knopjes van zijn eigen mobieltje martelt om de verbinding met dat van Peter te herstellen. Het enige dat hij bereikt is echter een stramme hand. Elly is in gesprek met de regisseur, om te proberen een meeuwendrone naar Peter te laten uitkijken, maar de beste man schudt mismoedig zijn hoofd: er is zoveel belangstelling van enthousiaste kijkers dat er geen vrije frequentie meer over is.
“Dan zit er maar één ding op,” besluit Ron tenslotte: “Kom Elly, naar IJmuiden met de Windtjotter!” en voordat iemand hen kan tegenhouden, is het stel naar buiten gegaan om zich op een drafje naar de IJ-oever te begeven.
Daar ligt een bijzonder vaartuig afgemeerd. “We moeten opschieten,” zegt Ron als Elly heeft losgegooid en hij de boot behendig naar ruimer vaarwater stuurt. “Als ze straks beginnen te schutten, mogen we niet meer tegen het verkeer in.”

Op het eerste gezicht lijkt de Windtjotter een gewone, kleine platbodem, maar schijn bedriegt. Als Olympische eenheidsklasse is het scheepje van het lichtst mogelijke, uiteraard recyclebare piepschuim gebouwd, en getuigd met een hoog, smal vleugelprofiel. Er is gelukkig weinig wind: het zeiltuig genereert tijdens het varen zijn eigen wind waardoor de boot steeds sneller accelereert, totdat hij als het ware gaat vliegen: de beide zijzwaarden en het roer zijn voorzien van draagvleugels, die het scheepje verticaal uit het water tillen. Vanaf dat moment is de topsnelheid in zekere zin onbegrensd: Ron en Elly moeten ware evenwichtskunstenaars zijn als ze haarscherp laverend over het Noordzeekanaal scheren. Helaas wordt hun acrobatiek niet gadegeslagen door toeschouwers. De oevers zijn volkomen verlaten omdat heel scheepvaartminnend Nederland via zijn thuisbioscoop is ingelogd op een van de meeuwendrones en zo getuige is van het begin van Sail Amsterdam 2050.

De hoge masten van de Tall Windships doemen al gauw op aan de horizon. Maar veel belangrijker is, dat Peter enthousiast zwaaiend het naderbij snellende bootje staat op te wachten.
Door de spleet tussen de twee vleugeldelen dicht te trekken, haalt Elly de stuwkracht uit het tuig waardoor de Windtjotter vaart mindert. Even is er een schok als de romp terug in het water plonst, maar met het laatste restje vaart meert de Windtjotter af langs de noordkade van de sluis.
“Wat is er toch aan de hand?” vraagt Elly als ze aan wal geklauterd zijn.
“Mijn mobieltje is gejat,” legt Peter uit, “door een meeuw die geen drone was. Tja, en verder is hier geen mens zoals je ziet, dus ik was meteen volledig van alles en iedereen afgesloten.”
“Je bent gelukkig ongedeerd,” zegt Ron, “op jouw leeftijd moet je extra voorzichtig zijn.”
“Moet je horen wie het zegt!” doet Peter quasi beledigd, maar dan lachen ze alle drie. “Kom op, jongens,” neemt Elly tenslotte het voortouw, “we gaan meteen terug want we hebben nog een drukke dag voor de boeg!”
Even later scheert de Windtjotter door het Noordzeekanaal terug in de richting van het IJ, deze keer iets lager vliegend vanwege de zwaardere belading door drie personen.

*

“Ja, beste kijkers,” zegt Elly als het drietal zich in de skybox-studio heeft geïnstalleerd, “inmiddels is Peter hier bij ons aangeschoven. We hadden even een klein technisch probleempje maar dat is nu opgelost.”
“We waren gebleven bij de Nederlandse driemast Windschoener Eendracht,” haakt Ron in. “Dit schip is volledig autonoom. Er is geen bemanning aan boord, het wordt op afstand bestuurd vanuit het hoofdkantoor in Rotterdam. Ook als trainee hoef je je huis niet uit om met dit schip mee te varen, wat zeg ik: je hoeft er niet eens je luie stoel voor uit. Iedereen kan overal op een reis inloggen, en dan via apps bij toerbeurt wachtlopen, aan het roer staan, zeilen hijsen of corvee draaien.”
“Voorwaarde is wel,” gaat Peter verder, “dat je 24 uur per dag beschikbaar blijft zolang het schip op zee is. Dit moet je niet onderschatten. Ook virtueel ben je een deel van de bemanning, een onmisbaar radertje in het systeem dat ‘eendrachtig’ samen met alle andere onderdelen moet functioneren om het echte schip in de vaart te houden.”
“Het gaat dus eigenlijk net zoals in het bedrijfsleven,” zegt Elly, “of bij een overheidsinstelling, waar ‘Het Nieuwe Werken’ al lang en breed is ingeburgerd. Daar kun je naar eigen wens gebruik maken van flexwerkplekken, of thuis werken, zolang je maar virtueel met je werk en je collega’s in contact blijft. En ook de klanten van zo’n bedrijf of instelling hebben altijd en overal inzage in de gang van zaken. Daarom noemen we de Eendracht een exponent van Het Nieuwe Zeilen.”
“Je moet alleen niet je mobieltje laten afpakken door een meeuwendrone die geen meeuwendrone blijkt te zijn!” zegt Ron, maar buiten de skybox hoort niemand het daaropvolgende lachsalvo want de regisseur heeft alweer een nieuw reclameblok in gang gezet…

*

Begeleid door een krioelende wolk meeuwendrones volgt een statige, kilometerslange stoet Tall Windships langzaam het Noordzeekanaal, dat als een zilveren lint schittert in de zomerzon. De oevers zijn nog altijd volkomen uitgestorven, maar te oordelen naar de spectaculaire zweef- en duikvluchten van de vele drones is de mediabelangstelling overweldigend.

“Daar komen ze! Jaja, beste kijkers, daar komen ze!”
Elly, Ron en Peter drukken reikhalzend hun neuzen tegen de ramen van hun skybox. De Khamsin en de Eendracht sturen al naar de wal om hun ligplaatsen in te nemen, zodat de vaarweg vrijkomt voor enkele kleinere schepen.
“Volgens mij is dat de Tres Mujeres,” wijst Elly. En inderdaad: daar ontwaart het drietal de tweemast Windschoenerbrik, die grote faam geniet als een van de pioniers van de duurzame grote handelsvaart onder zeil. Het schip stuurt op het Centraal Station aan, en meert recht
onder de skybox af, pal achter de Windtjotter die erbij in het niet valt.

Even later piept op de tafel naast de laptop een mobieltje.
“Met Ron de Vos?”

“Voor mij?”

“O, nou, dan komen we wel even naar beneden. Ja, tot zo.”
“Wie was dat?” vraagt Elly.
“De stationsrestauratie,” antwoordt Ron, “er is bezoek, van de Tres Mujeres schijnt het. Ze komen voor mij, maar ze willen graag dat jullie ook naar beneden komen.”
Schouderophalend begeeft het drietal zich naar beneden, dat wil zeggen: Peter, die als laatste in het rijtje afdaalt, maakt nog even een high-five naar de regisseur, die met een lach van oor tot oor een nieuw reclameblok de ether in stuurt…

*

“VERRASSING!!”
Een staande ovatie van de restauratiebezoekers valt de volkomen verraste Ron ten deel. Voor zijn 100 jaar oogt hij opvallend vitaal. Elly en Peter mengen zich onder de feestgangers, terwijl van achter de bar van de stationsrestauratie drie steekvlammen van flamencojurken tevoorschijn fladderen. Onder roffelend hakkenlawaai en striemende gitaarklanken uit het normaal zo discrete achtergrondmuzieksysteem draaien de Tres Mujeres rondjes om Ron heen, waarbij ze hem tooien met een enorme sombrero die overdadig is versierd met de meest exotische producten, afkomstig uit al even exotische landen waarmee door Windschepen van de duurzame grote zeilvaart handel wordt gedreven.

“Jij wist hiervan! Wat ik je brom, jij zit in het complot!”
Met een daverende schouderklap slaat Ron Peter bijna tegen de grond. Hij heeft net gezien, hoe Peter onopvallend een mobieltje kreeg aangereikt van de mooiste van de drie danseressen, wat gepaard ging met een geheimzinnige lach en een vette knipoog van haar wapperende wimpers. Daardoor vallen alle puzzelstukjes op hun plaats. De nep-drone blijkt wel degelijk een echte drone te zijn geweest, speciaal geprogrammeerd om Peters mobieltje naar de Tres Mujeres over te vliegen, nadat de regisseur de laatste updates en gedetailleerde plannen voor deze feestelijke ontvangst had geSMSt.

SAIL-beschermheer Z.H. Prins Maurits maakt tenslotte het feest compleet door ook nog zijn opwachting te maken, en Elly en Ron in het zonnetje te zetten. Hij spreekt zijn bewondering uit voor hun indrukwekkende capriolen met de Windtjotter, die dus toch niet onopgemerkt zijn gebleven. Als bedenker en drijvende kracht achter het zo succesvolle Windschip-project wordt Ron onder groot applaus benoemd tot eregast van Sail Amsterdam 2050.

*

Dit verhaal is opgenomen in de bundel Varen is mijn wereld van de Maritiems Schrijvers, verschenen bij uitgeverij De Alk.

*

 

Zegt het voort / Spread the word

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.